BN DE STEM

artikel uit 2001


Servais Knaven, een keurige winnaar
Door Ad Pertijs


17 april 2001, ROUBAIX - "Op een dag kom je bij ons in de positie dat je een grote koers kunt winnen", vertelde Patrick Lefevere een half jaar geleden aan Servais Knaven, toen hij met zijn aanwinst sprak over diens rol in de nieuwe ploeg Domo-Farm Frites. Die dag kwam zondag.

Nog wel in Parijs-Roubaix, de heroïsche keienklassieker waarvan Knaven droomde sinds hij als twaalfjarig jongetje Hennie Kuiper had zien winnen in de onbarmhartige Hel van het Noorden.

"Dit kan niet waar zijn, Johan", zei hij desondanks op de wielerbaan van Roubaix tegen zijn kopman Johan Museeuw, vlak voor het moment dat hij dé kei kreeg overhandigd. "Jarenlang denk je deze koers ooit te kunnen winnen, je hebt superbenen, maar toch. Als je hem dan ook echt wint, is het allemaal zo onwerkelijk. Op het podium wist ik eigenlijk niet goed wat ik moest doen. Ik had voorgaande jaren op tv gezien dat je die kei omhoog moest tillen en hem daarna kussen. Dat heb ik dus maar gedaan."

Knaven werd op het podium geflankeerd door Museeuw en wereldkampioen Vainsteins, niet alleen twee ploeggenoten, maar ook zijn beide kopmannen. Dat besef verloor hij zondag tijdens en na de koers geen moment uit het oog. "Het scheelt een hoop als de twee beste mannen niet achter je aan rijden."


Geen kopman


Vanaf vandaag rijdt hij weer gewoon in hun dienst als dat moet. Servais Knaven kent na acht jaar zijn plaats in het profpeloton en geen zege die daar iets aan verandert. Hij draagt niet graag de druk van het moeten afmaken. "Ik ben geen kopman. Klaar", kapte hij de afgelopen twee dagen een paar keer resoluut de discussie af of het nu tijd is geworden een andere rol binnen de ploeg te eisen.

Servais Knaven is geen moeilijk persoon. Hij is het toonbeeld van een keurig mens en dito renner. Hij is de welgemanierde zoon van een horeca-echtpaar uit de Gelderse Vallei, die zijn universitaire studie economie afbrak om een goede prof te worden. Bij TVM voelde hij zich op gemak in Priems vriendenploeg, waar iedereen het licht in de ogen werd gegund. Toen dat team uiteenviel, richtte hij samen met Blijlevens, Van Steen, Hoffman, Voskamp (allen renners uit zijn amateurtijd bij Koga Miyata), Klier, Van Petegem en Van Bondt de internetsite http://www.wielervrienden.com op. Onlangs vierden ze met zijn allen tijdens een surpriseparty zijn dertigste verjaardag.

Bij Domo-Farm Frites voelt hij zich weer onder vrienden. Patrick Lefevere stond ervan te kijken dat de Italianen Milesi en Cassani hun zondagavondvlucht hadden geannuleerd om met Knaven diens zege te kunnen vieren. "In al die jaren bij Mapei heb ik dat nog nooit een Italiaan zien doen."


Mooiste moment


Het ontroerde ook Knaven. "Toch een teken hoe goed de sfeer is in dit team. Voor mij is dat erg belangrijk. Ik heb nog nooit in een ploeg gereden waar de een de ander niets gunde. Bij de amateurs heeft John den Braber ooit een keer in een tussensprint bonificatieseconden van me afgepakt. Dat was alles. Als ik dan zie hoe oprecht blij Museeuw is met mijn zege, doet me dat iets. Ook hij had graag gewonnen, maar het ploegbelang gaat voor bij hem en dat straalt hij uit. Dat gebaar naar mij toen ik de laatste bocht uitkwam, vond ik het mooiste moment van de dag. Hij is een groot kampioen."

En een groot renner. Ook Knaven gaf grif toe dat de weer wonderbaarlijk genezen Museeuw de beste renner in de koers was. "Maar ik was weer beter dan Vainsteins", merkte hij terecht op.

De Nederlander reed vanaf de eerste kasseistrook een dijk van een koers. Lefevere: "Johan was vandaag de generaal en Servais is beloond voor hetgeen hij het hele voorjaar al heeft gedaan voor de ploeg. In de zwaarste Parijs-Roubaix die ik ooit heb meegemaakt." Dat het Belgische volk liever een landgenoot had zien winnen, begrijpt Knaven. Maar hij weet ook dat er niets mis is met zijn triomf. "Het feit dat eerst Peeters voorop reed en we later met vier waren in een kopgroep van zes, maakte het voor ons als ploeg een stuk gemakkelijker. Maar je moet wel voorin zitten om te kunnen winnen. Echt, ik ben niet bang als een eendagsvlieg de boeken in te gaan. Iedereen weet dat je hier niet zomaar wint. Kijk er de erelijst maar op na. Daar staat ook Ballerini op. En die won buiten Parijs-Roubaix ook niet veel meer."