Angst bij de keienvreters
Door Léon de Kort


De komst van de Pro Tour, het nieuwe circuit voor de profrenners, roept onnoemlijk veel vragen op. Vooral de renners en organisatoren uit noordelijk Europa vrezen volgend jaar voor hun positie.

Het was op weg naar de Hel in Parijs-Roubaix, toen Tom Boonen er ineens over begon tegen Steven de Jongh. Net voor ze de eerste kasseistrook op doken, peilde het Vlaamse supertalent de mening van zijn Nederlandse collega over de Pro Tour. Want wat schiet er straks over voor het type renner Boonen - specialist in de overwegend vlakke (kasseien)koersen op Belgische bodem - wanneer de UCI in 2005 start met de elitaire competitie voor 18 topteams? Wat heeft hij te zoeken in wedstrijden waarin (vermoedelijk) veel moet worden geklommen?

Het zette De Jongh, en veel andere coureurs van de Lage Landen, aan het denken. Maar, precies een week voordat voorzitter Hein Verbruggen namens de internationale wielrenunie UCI bekendmaakt hoe de kalender van de Pro Tour eruit ziet, zijn ze nog niet veel wijzer. Servais Knaven (Quick-Step/Davitamon) - ook al geen klimmer - is in elk geval bereid tot actie. Hij overlegde gisteravond met ploegmaat Tom Boonen over de mogelijkheden.

,,Ik wil met de hulp van de wielervakbonden in de verschillende landen proberen een brief op te stellen waarin we onze vragen en klachten kenbaar maken. Waarschijnlijk zij we daarmee al aan de late kant, maar helaas worden de meesten nu pas wakker. Terwijl het wel de werkgelegenheid van velen betreft'', merkt de laatste Nederlandse winnaar van Parijs-Roubaix op.

,,Belachelijk wat er gebeurt'', vindt Bram Tankink, vierdejaarsprof en in dienst van Quick-Step. ,,Ons wordt iets opgedrongen, zonder dat we er zelf inspraak in hebben gehad. Tijdens de Ronde van Qatar vroeg ik Verbruggen om uitleg. `Hoe kun je ergens tegen zijn, als je niet eens weet wat het is?', zei hij. Maar ondertussen weigerde hij met me erover te discussiëren. Hij had zoiets van `Waar bemoei je je mee?' Kennelijk vergat Verbruggen dat ik wel één van de renners ben die straks met die Pro Tour krijgt te maken'', aldus Tankink.

Ook De Jongh (Rabobank) is sceptisch over de restyling van het proffietsen. Naar zijn mening komt de nadruk wel heel erg op de zware etappekoersen te liggen. ,,De Pro Tour wordt dus een competitie voor de klimmers. Dekker en Boogerd zijn de enige Nederlandse coureurs die er dan in thuishoren. De rest heeft er niets te zoeken. Als de berichten kloppen, hebben we volgend seizoen 14 eendagswedstrijden. Maar geen Omloop Het Volk, geen Dwars door Vlaanderen, E3-Prijs of Brabantse Pijl, wél allerlei bergachtige klassiekers in Italië. Het zal mij niet verbazen als over drie jaar al die Vlaamse races zijn verdwenen'', zegt de Noord-Hollander. ,,Welke geldschieter heeft nog centen over voor een koers die niet meer meetelt?''

Gerry van Gerwen, eigenaar van het in wielerzaken gespecialiseerde bureau Cycling Service, heeft wél begrip voor de benadering van de UCI. Hij liet zich onlangs op het kantoor van de wielerunie informeren over de aanstaande veranderingen. ,,Het belangrijkste is dat de UCI moet ingrijpen om het wielrennen op topniveau te herstellen. Het probleem zit `m in de topdivisie, de zogenoemde Trade Teams 1. Tot die categorie behoren 30 ploegen, maar voor 20 daarvan is dat - qua structuur, financiën en rennerspotentieel - veel te hoog gegrepen. Daarom juich ik de komst van de Pro Tour toe, al komt er in de kantlijn een aantal effecten naar boven waarnaar met zorg moet worden gekeken''. aldus Van Gerwen.

De Brabander noemt het gevaar dat de grote equipes bij het contracteren van nieuwe renners louter selecteren op de kwaliteit als klimmer. ,,Maar de UCI mag niet de ploegen en coureurs vergeten die dadelijk niets van doen hebben met de Pro Tour, de groep van de continentale teams (de huidige Trade Teams 3, red.). Hun positie op het sociale, maatschappelijke en financiële vlak moet worden gewaarborgd. Het mag niet zo zijn dat we over een paar jaar weer met de situatie van de jaren 70 zitten, toen veel jongens voor een broek en een trui fietsten, en zonder degelijke arbeidsvoorwaarden.''

Erik Dekker (Rabobank) vreest de gigantische belasting van de Pro Tour. De deelnemende profstallen zijn verplicht aan álle wedstrijden mee te doen. ,,Dat betekent dus de Giro, de Tour en de Vuelta. Lastig hoor, zeker voor de jonge renners. Die belanden in een competitie van de beste en de zwaarste koersen. Ik herinner me nog van de eerste vijf, zes jaar als professional dat ik behoefte had aan wedstrijden als de Ronde van Nederland, de Ronde van Zweden en Rund um Köln. Daarvoor is straks geen gelegenheid, want je maakt deel uit van de Pro Tour. Hetzelfde geldt voor de 14 eendagskoersen: allemaal de zwaarste van de huidige kalender. Misschien is het aantal koersdagen niet zo groot, maar je krijgt wel wat klussen voorgeschoteld'', aldus de Drent.

 

Pro Tour
Volgende week woensdag maakt de UCI bekend hoe de kalender van de zogenoemde Pro Tour 2005 bekend. Het plan van de bond omvat een competitie voor 18 teams van maximaal 25 coureurs. De licenties die de UCI verstrekt (op basis van sportieve, ethische, juridische en financiële gronden), hebben een looptijd van vier jaar en kosten 100.000 euro per stuk.

Koersen die zeker tot de Pro Tour zullen behoren, zijn de drie grote Ronden (Tour, Giro en Vuelta), de tien wereldbekerwedstrijden, de Ronden van Zwitserland, Catalonië, Baskenland, de Dauphiné Libéré, Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico, Gent-Wevelgem, GP Plouay, Waalse Pijl en de Ronde van Lazio. De 18 ploegen zijn verplicht voor alle races in te schrijven. Bij de eendagskoersen zouden zeven wildcards beschikbaar zijn voor teams die in de continentale afdeling zitten.

Copyright: Algemeen Dagblad