"Servais
is Keessie, ik ben Ard"
OP RONDE MET BOONEN
Tom Boonen neemt u mee op zijn eerste Touravontuur. Het wielertalent
van ons land laat u in zijn hart kijken. Eigenzinnig, recht voor de
raap, eerlijk en emotioneel.
"Servais Knaven is Keessie. En ik ben Ard. Een hele tijd geleden
heb ik Knaven de bijnaam Keessie gegeven, omdat hij een Hollander is.
Vond-ie niet zo leuk, dus hij heeft er ook eentje voor mij bedacht.
Dat bleek dan Ard te zijn. Blijkbaar zijn die twee vroeger bekende Nederlandse
schaatsers geweest. Dat is een grapje tussen ons tweetjes. De rest heeft
daar geen weet van. Hoeft ook niet, met je kamergenoot mag je wat geheimpjes
delen.
Iedereen zegt wel dat ik veel te danken heb aan Johan Musseeuw. Dat
is ook wel zo, maar Knaven heeft minstens een even groot aandeel in
mijn ontwikkeling als renner. Als coureur is Servais nooit top geweest.
Dat maakt hij goed door koersinzicht en door het perfect inschatten
van de tegenstanders. Als je zo'n kerel aan je zijde hebt, dan ga je
als renner met sprongen vooruit.
Wilfried Cretskens en Kevin Hulsmans zijn ook goeie vrienden van me,
maar Knaven heeft dat koers-surplus op die kerels voor. Hij is het die
de lakens uitdeelt in vlakke ritten, hij zet de hele ploeg voor me aan
het werk. Ze hebben in deze Tour misschien wel duizend kilometer voor
me op kop gereden. Dat is nog straffer dan die rit die ik gewonnen heb.
Servais is negen jaar ouder dan ik, maar van die generatiekloof is weinig
te merken. Knaven heeft dezelfde zin voor humor als ik. Geloof me, dat
heb je nodig om in zo'n zware rittenkoers als de Tour overeind te kunnen
blijven. Ik zit met geen enkele collega van me helemaal op dezelfde
golflengte, maar mijn slaapgenoot komt toch het dichtst in de buurt.
Niet dat de sfeer in de ploeg voor de rest te wensen overlaat. Verre
van, zelfs. Al hoeft niemand zich daar echt veel van voor te stellen.
Hoe vreemd het ook mag klinken, er zijn dagen dat ik mijn ploegmaats
nauwelijks zie. Aan het ontbijt en bij het avondmaal, ja. Maar als ik
op de Col de la Madeleine voor een stel kerels wat bidons ga halen,
wuiven ze me vervolgens vrolijk gedag. Moet ik zelf maar zien dat ik
op tijd binnenkom."
Tom Boonen
|