Knaven begint zíjn week
Door Ad Pertijs

Woensdag 7 april 2004 - MEERLE – De laatste training van Servais Knaven voor Gent-Wevelgem duurde gisteren precies vier minuten. „We vertrokken om half tien en toen begon het ineens wel zo hard te regenen. Erik (Dekker) draaide als eerste om. Daarna Jeroen (Blijlevens). Toen ben ik ook maar naar huis gereden.“

Servais Knaven (33) kan er mee lachen. De Quick-Step-renner uit Meerle raakt niet snel meer in paniek. Ook niet nu de belangrijkste week van het seizoen is aangebroken. Vandaag Gent-Wevelgem en zondag zijn droomklassieker Parijs-Roubaix. Hij is er klaar voor. De vier minuten durende wegtraining werd thuis aangevuld met een sessie op de rollen en om half twaalf zat hij alweer fris gewassen op de bank bij vrouw en kinderen. ,,Vandaag doe ik niks meer“, zei hij.
Knaven heeft het gevoel dat hij frisser dan ooit optrekt naar de twee klassiekers die hem het beste liggen.

Sterker
„Als jonge renner had ik er moeite mee om drie zware wedstrijden in een week te rijden. Ik merk nu dat ik de klassiekers steeds beter verteer. Dat zal te maken hebben met het feit dat je sportief volwassener en sterker bent geworden. Maar ook met mijn keuze om de Driedaagse van De Panne een keer bewust over te slaan. Vorig jaar overkwam me dat noodgedwongen omdat ik in de eerste etappe na 80 kilometer al ziek afstapte. Ik merkte toen dat ik in de week na de Ronde van Vlaanderen een stuk frisser aan de start stond van Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix. Ik merk het nu weer. Je herstelt sneller van de Ronde van Vlaanderen.“

De Ronde van Vlaanderen reed hij puur in dienst van de ploeg. Hij deed zijn werk in de groep die kilometers lang jacht maakte op een vroege groep vluchters. „De ploeg was tevreden na afloop.“ Dat is belangrijk voor Knaven.
Quick Step is een eenheid, waarbinnen arbeid en beloning natuurlijke bondgenoten zijn. „Je offert je eigen kansen vaak en graag op, omdat er bij deze ploeg ook een dag komt dat je zelf aan de beurt bent.“
Die dag kwam voor Knaven in 2001 toen hij zijn jongensdroom verwezenlijkte: het winnen van Parijs-Roubaix.

Vorig jaar was hij dicht bij de winst in Gent-Wevelgem. Op anderhalve kilometer voor de streep werd hij teruggegrepen door een groepje, waaruit zijn vriend Andreas Klier de spurt en koers won. „Ook mijn ploeggenoot Tom Boonen zat erbij. Later neem je zo’n finale nog eens door met zijn allen en stel je vast dat wanneer hij iets beter had gestoord, ik wel voorop was gebleven.“

Leren
Boonen wekte sterk de indruk dat hij er op zat te hopen dat de anderen het gat dichtreden. Knaven: „Als je jong bent, denk je zo. Dat is niet vreemd. Die dingen moet je leren. Nu zal hij het in ieder geval anders doen. Ook al omdat Tom al een grote wedstrijd (de E3-Prijs) heeft gewonnen.“

Gent-Wevelgem ligt Knaven. „Maar Parijs-Roubaix ligt me toch het beste. Het blijft een speciale wedstrijd, waar ik echt naar uitkijk. Wat ik wel merk, is dat ik er sinds vorig jaar niet meer zo nerveus aan de start sta dan in voorgaande. Omdat je voor jezelf weet dat het goed zal gaan (Knaven bevestigde zijn zege in 2001 met een uitstekend optreden in 2002, red.) en omdat je in een ploeg zit, waar mannen rijden naar wie gekeken wordt.“

Servais Knaven is er immers achter gekomen dat hij geen man is om een hele ploeg te dragen. „Ik ben op mijn best in de rol van outsider. Een stap hoger, kopman zijn van deze ploeg, maakt me te nerveus. “