Servais Knaven en Bram Tankink willen er nog het beste van maken
'Geen doel meer, nu is het ieder voor zich'

woensdag 20 juli 2005

Door Edward Swier


Woensdag 20 juli 2005 - PAU – Met hen dol je niet. Ze dollen jou. Bram Tankink en Servais Knaven willen er de laatste dagen het beste van maken.


„Ik heb vandaag onderweg besloten niet meer te klagen. Van mij hoor je niks meer over pijntjes hier of daar“, had Tankink aan de streep in Pau het hoogste woord. Knaven deed er nog een schepje bovenop. Toen de verzorger hem vertelde dat het hotel rechts, op amper 200 meter na de streep lag, riposteerde Knaven, na een etappe van 180 kilometer: „Maar Bram en ik gaan nog een stukkie fietsen.“

Ze hebben de moed bijeengeraapt, hun fysieke malheur - Knaven had in de openingsweek enkele dagen diarree, Tankink kampte lang met ademhalingsproblemen - zijn ze vergeten. Dat de Quick-Step-ploeg na het wegvallen van kopman Tom Boonen onthoofd is, hebben ze inmiddels ook geaccepteerd. Wat rest zijn vijf koersdagen richting Parijs, nog enkele kansen op persoonlijk succes. „We zijn begonnen met aftellen. Bram en ik gaan het woensdag proberen“, zegt Knaven.

Hij is overgebleven met zijn landgenoot Tankink, de Duitser Sinkewitz, de Amerikaan Trenti en de Australiër Rogers. Vier man - onder wie de drie Belgen van de formatie - zijn naar huis. De twee Nederlanders hebben het numerieke voordeel. Vandaar ook dat bij de start in Mourenx de klanken van Tiësto klinken in de ploegbus van Quick-Step.

De ploegleiding, die eerst de eettafel deelde met de rest van het personeel, is sinds dit weekeinde maar aangeschoven. Om de coureurs tijdens het eten niet in het oneindige te laten staren. Een paar dagen terug vonden ze zichzelf maar een zielig stel. „
Zondag waren Servais en ik zo verschrikkelijk slecht.“

Nu lachen ze erom. „We wisten dat dit kon gebeuren. De ploeg was helemaal rond Tom gebouwd. Als die dan wegvalt en de rest is kapot, omdat er hard voor hem gewerkt is, moet je accepteren dat het niet meer zo mooi wordt als in de eerste week“, aldus Knaven.

Tankink vindt de stemming „nog altijd goed meevallen. Het is zelfs best wel gezellig. Het enige nadeel is dat je geen gezamenlijk doel hebt. Dat is het verschil. Met Tom werkten we met z’n allen voor de groene trui, nu is het ieder voor zich.“

Tactisch is het eenvoudig werken de laatste dagen. „Iedereen die wat wil proberen, mag. Ik wil het woensdag en misschien ook wel vrijdag erop wagen. Tijdens een vlucht mis je ook niet een, twee, drie je ploeggenoten. Die heb je dan niet nodig; in een ontsnapping kun je het alleen af.“

Tankink droomt van persoonlijk succes, maar heeft inmiddels begrepen dat hij in Nederland sowieso onderwerp van gesprek is. Voor de meeste criteriums heeft hij een contract, en niet als zomaar pelotonvulling.


BRON: BN DE STEM