Servais Knaven wil ploegleider Dekker achterna

Dinsdag 10 januari 2006 - In de maand van de ploegvoorstellingen presenteert Quick Step vandaag in Kortrijk zijn nieuwe team. Servais Knaven (34) is er inmiddels een van de oudgedienden. Hij begint aan zijn dertiende profseizoen en is feitelijk nooit echt van baas veranderd.

Servais Knaven FOTO WOUTER BORRE/GPD


ROTTERDAM – De eerste zege is reeds binnen. Samen met koppelgenoot Marco Villa won Servais Knaven vrijdagavond een puntenkoers in de Zesdaagse van Rotterdam. „Ik vind dat mooi“, zegt de in het Belgische Meerle wonende Gelderlander als hij in Ahoy’ even op adem komt van de jachtige kermis die zesdaagse heet. „Zeg niet dat dit doorgestoken kaart is. Daar gaat het veel te hard voor. Als je al afspraken maakt, doe elkaar niet iedere avond zoveel pijn.“

Voor het tweede achtereenvolgende jaar maakt de Zesdaagse van Rotterdam onderdeel uit van Knavens voorbereiding op het wegseizoen. „Het is leuk om te doen. Het is even wennen, maar inmiddels sla ik hier volgens mij geen gek figuur mee. Vorig jaar reed ik nog heel vaak en bloc om te kunnen volgen. Nu nog maar een enkele keer. Je krijgt de aflossingen beter onder de knie en je begint te zien wat er allemaal om je heen gebeurt in dit veld. Het scheelt enorm of je op tijd aanpikt, of wanneer je verrast een gat dicht moet rijden. Daarom ben ik ook zo blij met het winnen van dat ene onderdeel. Stelt voor de buitenwereld misschien niet veel voor, maar voor mij het bewijs dat ik hier mee kan doen.“

Knaven is ooit begonnen op de baan. Het werk in Ahoy’ helpt hem nu goed voorbereid aan de start van het wegseizoen te komen. Vriend en kopman Tom Boonen laat de baan echter links liggen. „Voor hem is het een heel ander verhaal. Als Tom in Gent aan de start verschijnt, verwacht het publiek dat hij mee doet voor de overwinning. Maar dat kan helemaal niet. Dat ik rondrijd op plek zeven of zo, vindt men normaal. Als Tom rondrijdt rond de zevende plaats, vind men dat gek.“ Voor het overige zitten de twee nog perfect op één lijn. „Tom is niet echt veranderd. Ja, hij moet de buitenwereld soms iets meer op afstand houden, maar binnen de ploeg is hij dezelfde. Tom is een kopman die altijd oog heeft voor zijn helpers. Ik vergelijk hem wat dat betreft met mijn eerdere kopmannen bij TVM Peter van Petegem en Jeroen Blijlevens. Die bedankten ook altijd hun ploegmaats, ook al was het een keer niet gelukt. Het is belangrijk zo’n kopman te hebben. Het maakt dat je een hechte ploeg vormt, een vriendenclub. Voor zo iemand heb je toch even net iets meer over dan voor een kopman die zijn mond niet opendoet en zich steeds afzondert van de rest.“

Knaven is altijd al een teamspeler geweest. Vanaf het moment dat hij in 1992 bij TVM begon. Feitelijk is hij dat team altijd trouw gebleven. TVM werd Farm Frites, werd Domo en vandaaruit volgde hij de ‘afgesplitste’ teambaas Patrick Lefevere naar Quick Step. ,,We zijn nog met drie uit de begintijd: een mecanicien, de buschauffeur en ik. Ach, waar hecht je dan aan, zou ik zeggen. Ik heb wel het gevoel altijd voor de voor mij goede ploeg gezeten te hebben. Ik heb de koersen kunnen rijden, die ik wilde rijden. Vooral in het voorjaar. Ik zit bij deze Belgische ploeg nog altijd in het basisteam voor de voorjaarsklassiekers. Dit jaar ook weer. Als Tom er niet meer is, ben ik een van de weinigen die ingezet kunnen worden als alternatieve afmaker.“

Vijf Nederlanders telt de ploeg nu. Naast Knaven ook de blijvers Bram Tankink en Addy Engels en de nieuwkomers Remmert Wielinga en Steven de Jongh. ,,Ze passen bij ons. Dat is ook Quick Step; vooraf wordt aan de belangrijkste renners gevraagd wat ze van iemand vinden voor hij gecontracteerd wordt. Ze moeten wel een beetje in de groep passen.“

Zolang Knaven lekker draait, denkt hij niet aan stoppen. „Wat ik wel wil is na afloop van mijn carrière doorgaan als ploegleider. De kans die Erik Dekker krijgt bij Rabobank, zou ik ook wil hebben. Punt is dat die kansen maar een enkele keer voorbij komen. Daar moet je dus alert op zijn. Je moet goed in de gaten houden wanneer er een plekje vrij zou kunnen komen.“

Nog een avondje de ogen open houden in Ahoy’ en dan mag Servais Knaven ook op de weg niks meer ontgaan dit jaar.