Rustdag nuttig besteed in Oudenbosch
Door Ad Pertijs


Dinsdag 13 juni 2006 - OUDENBOSCH – Erik Dekker, Servais Knaven en Stef Clement fietsten gistermorgen vroeg naar Oudenbosch om daar het parkoers van het NK tijdrijden (op dinsdag 20 juni) te verkennen. ‘Een mooi rondje’, stelden de drie na afloop vast.


Stef Clement, Erik Dekker en Servais Knaven (v.l.n.r.) buigen zich op het plein voor de basiliek in Oudenbosch over de kaart om te zien hoe het parkoers loopt. Foto: Peter van Trijen


Bredanaar Stef Clement was al eerder wezen kijken in Oudenbosch. Hij fungeerde dan ook als gids voor zijn twee oudere collega’s.

Op het plein voor de basiliek werd nog even de kaart bekeken en toen gingen de drie in een rustig tempo op pad.

Over de slecht lopende klinkers van het Groene Woud, linksaf het Oudland in en vervolgens via de Bornhemweg de open en lege Goudbloemse polder in. Terug uit de polder ging het via het nieuw geplaveide bruggetje de Sint Antoinedijk op om via de parallelweg langs de A17 terug te keren in het centrum van Oudenbosch.

Stef Clement hield het na een rondje voor gezien. „Dit is voor mij eigenlijk een rustdag. Ik heb ze het rondje laten zien en daarmee zat mijn werk erop“, zei de renner van het Franse Bouygues Telecom.

Clement eindigde vorige maand in de tijdrit van de Giro op de twaalfde plaats. „Een enorme opsteker uiteraard. Temeer omdat ik zonder verwachtingen aan die rit begon. Misschien was dat toen ook wel de goede aanpak. Zonder stress naar zo’n tijdrit toeleven.“

De Bredanaar voltooide zonder grote problemen zijn eerste grote ronde. „Ik had nooit problemen om op tijd binnen te zijn. Eén keer had ik een echt moeilijke dag, maar dat was alles.“

Een eerste grote ronde is voor de meeste renners een even grote ontdekkingstocht. „En ik heb er veel van opgestoken ook. Na tien dagen had ik al zere benen. Dan blijkt dat iedereen daar last van heeft en dat het fysiek geen probleem is om met die zere benen nog eens tien dagen door te rijden. De zwaarte zit hem vooral in het mentale. Ik blijk het aan te kunnen. Zo’n grote ronde past dus bij mij. Ik heb nooit gedroomd van de Ronde van Vlaanderen of van Parijs-Roubaix, maar van de grote ronden. Nu blijkt dat dat niet voor niets is geweest.“

Clement rijdt zondag de ploegentijdrit in Eindhoven, daarna de nationale kampioenschappen in Oudenbosch (tijdrijden) en Maastricht (weg) en gaat dan samen met de ploeg de rest van het programma invullen. „Ik voel er nu veel voor om ook de Vuelta te rijden. De enige grote vraag is of dat verstandig is. Dit weekeinde spreek ik er met de ploegleiding over en dan hoor ik wel wat er uitrolt.“

Na het afhaken van Clement fietsten Dekker en Knaven gebroederlijk nog een rondje. In een rustig tempo van 35 per uur. „Ook voor mij is het eigenlijk een rustdag. Vandaar“, zegt Dekker. De dag ervoor had hij samen met Clement ‘stevig getraind’ op zijn nieuwe tijdritfiets.

Knaven stelde onderweg al vast dat het een mooi rondje is. Na twee toeren fietste hij door richting huis in Meerle. Dorpsgenoot Dekker pakte in Oudenbosch de auto.

„Ik ben blij dat ik dit gedaan heb“, zei hij. „Het scheelt een hoop tijd en stress op de dag van het kampioenschap zelf. Ik heb het gezien en ik weet wat me te wachten staat. Nu al merk ik dat het tweede rondje veel beter opschoot dan het eerste.“ Op een onderdeel waarbij de mentale gesteldheid cruciaal is, is dat alvast goud waard.

Het NK tijdrijden wordt dinsdag 20 juni verreden over liefst 7 categorieen. De eerste renner vertrekt om 12.00 uur. De profs (met onder andere Thomas Dekker, Erik Dekker, Stef Clement, Servais Knaven, Koos Moerenhout en Joost Posthuma) vertrekken vanaf 18.00 uur.

Organisator Christ Stoffelen bekeek gisteren samen met Dekker en Knaven het enige serieuze zorgenstuk in het parkoers: de kop van de haven, daar waar gewerkt wordt aan een appartementencomplex. „Niks meer aan doen. Is te doen zo“, gaven de twee profs hem mee.

Volgende week wordt de hele omloop nog een keer goed geveegd en dan kan er door de heren profs laag gevlogen worden in de polder.