Echt Servais: 'Zet mij maar op de fiets'
zaterdag 14 augustus 2010

Het huis aan de rand van Meerle. Iedereen begint er over. Het is mooi en vooral groot. "Ik merk dat ik me er haast over verontschuldig als het ter sprake komt. Natuurlijk is het groot, maar ik heb het niet weggezet om iedereen te laten zien wat ik allemaal heb. Natascha en ik hebben alles samen opgebouwd. En er samen hard voor gewerkt. Dit een huis voor ons gezin, niet voor de buitenwereld."

Als je hem vraagt wat 'typisch Servais' is, komt hij als eerste met de combinatie van bescheidenheid en trots. "Veel dingen hoeven van mij niet, maar ik kan er wel weer van genieten." Zoals van zijn afscheid. Alle moeite die mensen doen om hem een mooi vaarwel te bezorgen, geven hem een ongemakkelijk gevoel.

"Maar ik vind het ook prachtig. Ze vroegen me wat ik absoluut niet wil op die dag. 'Dat jullie me in een open wagen over het parkoers rijden' heb ik toen gezegd. Zet mij maar op de fiets."

In het najaar van 1993 mocht Knaven stage lopen bij TVM en dat resulteerde in zijn eerste contract als profrenner. "Vergeleken met nu werd het je als beginner veel lastiger gemaakt door enkele oudere renners. Je moest eerst bewijzen dat je het waard was om prof te zijn. Ze beschermden hun eigen winkeltje, als het ware. Ik heb het idee dat wij nieuwe jongens veel opener ontvangen."

Het was ook de periode dat renners als Jelle Nijdam en Edwig van Hooydonck zich afvroegen waarom anderen plots zoveel harder reden dan zij. Epo zorgde - toen nog ongemerkt - voor een tweedeling. "Ze kenden het verschil, wij wisten niet anders dan dat het heel hard ging. Wat er precies aan de hand was, hoorden we pas veel later."

Sommigen zeggen dan ook dat ze in een verkeerde tijd geboren zijn. "Dat zijn vooral de jongens die het niet gehaald hebben. Er is altijd wel iets. Vaak is het een goedkoop excuus om je eigen zwakte te verbloemen. Ik denk dat ik heb laten zien dat je ook 'zonder' een mooie carrière kunt hebben. Met wat uitschieters."

En ach, wat is de verkeerde tijd, filosofeert Knaven. "Als ik tien jaar later zou zijn geboren, was ik waarschijnlijk geen wielrenner geworden. Ik ben prof geworden omdat Joop Zoetemelk in 1980 de Tour won. Tien jaar later hadden we zo'n renner niet meer."

Servais Knaven maakte de doping- Tour van 1998 van nabij mee. Hij maakte de val van T-Mobile van nabij mee. Welke wereld laat hij morgen achter zich? "Ik heb het idee dat er veel veranderd is. Het gaat nu niet harder dan vijf jaar geleden. Dat is voor mij een goed teken."

De sport is het dopingprobleem meer van binnenuit aan het oplossen? "Voor mij wordt het juist iets te veel naar buitenuit opgelost. Waarom alles zelf aan de grote klok hangen. Er hoeft maar iets te gebeuren of het wordt groot naar buiten gebracht. Waarom? Voor een beter imago? Ik denk niet dat je dat op deze manier voor elkaar krijgt. Je krijgt ook een beter imago als je bewust bent dat de controles werken. Er zijn nu al ploegen die het 'anders' oplossen. Dat werkt net zo goed."

Een dubbel gevoel is ook iets 'Typisch Servais'. "Ik ben boos geweest op Sinkewitz toen hij de ploeg met zijn positieve test in gevaar bracht. Als renner heb je niet langer alleen naar jezelf te kijken. De hele ploeg, het hele land kan er onder lijden. Bij T-Mobile kwam het punt dat de ploeg zou stoppen in een keer heel dichtbij."

"Aan de andere kant is het niet fijn en is het niet leuk om je als wielrenner constant te moeten verdedigen. Niet dat het mijn carrière heeft overschaduwd, want voor mijn gevoel is de sport en het spel in deze wereld steeds voorop blijven staan. Ik geloof niet dat alle mensen die hard rijden onbetrouwbaar zijn. Ik zie namelijk ook heel veel talent in het peloton rondrijden."

Hij weet dan ook al wat hij gaat missen. "Het peloton. Het peloton is wel je thuis. Het geeft je een goed en vertrouwd gevoel. Het is mijn wereld, waar ik na iedere winterstop zonder moeite in terugkeerde."

Wat hij niet gaat missen, weet hij ook. "Mijn where-abouts. Ik weet waarom ze er zijn gekomen, maar ik zal blij zijn dat ik niet langer iedere avond tussen acht en negen uur verplicht thuis moet zijn omdat de dopingcontroleur langs kan komen. Als ik om zeven uur voel ik dat ik naar de wc moet, denk ik: zal ik niet beter wachten. Wie weten komen ze. Ben je dan net geweest, zit je de hele avond met zo iemand in je huis."

Hoe heeft hij het zo lang vol kunnen houden om te leven als een profwielrenner? "Dat is deels genetisch bepaald, denk ik. Mijn ouders werken ook allebei nog. Mijn vader is al 71 en gaat gewoon door. Daarnaast speelt, volgens mij, mee dat ik geen absolute topper ben geweest."

"Mensen verwachtten van mij niet dat ik vijf grote koersen per jaar won. Bij Erik Dekker en Michael Boogerd was dat anders. Toen zij geen grote wedstrijden meer konden winnen, was dat voor hen niet goed genoeg meer. Als je niet op het tweede plan wilt staan, moet je gewoon eerder stoppen."

Hij weet wat hij buiten zijn familiehuis nog meer heeft overgehouden aan de sport. "Een bredere kijk op het leven en de mensen. Dat is alleen maar goed voor je verdere bestaan. Ik heb met heel veel verschillende mensen van verschillende nationaliteiten mogen samenwerken. Ze brengen allemaal hun eigen ideeën mee. Nu bij Milram bijvoorbeeld weer met Pools personeel. Ze kijken toch weer anders aan tegen het wielrennen, maar wel dezelfde passie voor de sport."

Typisch Servais is ook dat hij begrip heeft voor anderen. Heeft hij dat ook voor alle renners die naar doping blijven grijpen? "Het is de mens eigen dat sommigen de 'drive' hebben om de beste te willen zijn. Koste wat kost. Ze willen veel geld of ze willen onsterfelijk worden. Maar volgens mij is er een groot verschil tussen denken en doen. En daarom begrijp ik het ook weer niet. Zeker als je weet wat de gevolgen zijn."

Knaven gaat graag verder in deze wereld, die volgens hem langzaam de goede kant op gaat. "Ik ben blij dat ik de kans krijg om het seizoen af te maken als ploegleider. Het levert me in ieder geval de nodige ervaring op en ik kan inschatten of het wat voor me is. Iedereen weet dat het nog onduidelijk is of de ploeg doorgaat. Mocht Gerry van Gerwen geen nieuwe sponsor vinden, dan ga ik misschien wat anders doen. Ik houd wel van afwisselingen."

Zo zou de man die als student economie ooit zijn propedeuse haalde, graag de criteriums willen moderniseren. Nu al heeft hij een verbindingsrol tussen peloton en organisatoren. "Waarom zou ik dat niet kunnen blijven doen. Ik heb ideeën om de boel een beetje te veranderen. Eigentijdsere muziek, meer tijd inruimen voor een mooie presentatie, wellicht een totaalpakket aanbieden. Ik zou daar graag mee aan de slag gaan."

Morgen moet hij nog wel even zijn laatste koers rijden. Een criterium nota bene. "Ik heb nooit een speciale eigen afscheidswedstrijd willen hebben. Da's weer die bescheidenheid. Ondertussen begint het in Etten-Leur meer en meer die kant op te gaan. Mijn ideaal is het dat de mensen er een mooie dag hebben. Mooi is ook dat het een soort reünie wordt. Met veel oud-collega's en oude bazen."

Bij een mooi afscheid van een gerespecteerd coureur hoort ook een mooie zege? "Nou, nee. Waarschijnlijk wil iedereen zondag dat ik win, maar dat is me dus net iets te afgezaagd."


BRON: BN DE STEM